De maanden februari, maart en april zijn voor sommige mensen de moeilijkste maanden van het jaar. Zij voelen zich dan futloos, hebben last van vermoeidheid, zijn verkouden of hebben griep en voelen zich soms depressief. We hebben er zelfs een woord voor: voorjaarsmoeheid.
Vanuit ons verre verleden kunnen we de vermoeidheid in het voorjaar wel verklaren. Onze verre, verre voorouders leefden met het ritme van dag en nacht. De verre voorouders die relatief vroeg in de geschiedenis uit Afrika wegtrokken, sliepen tijdens de noordelijke lange donkere nachten veel en lang, soms meer dan 12 uur. Eigenlijk hadden ze een soort winterslaap. Tegenwoordig kennen we geen echte winter meer. We hebben namelijk door kunstlicht een eeuwige zomer met altijd lange dagen en korte nachten gecreƫerd. Dit is voor ons genetisch gezien eeuwenoude lichaam een belangrijke stressfactor. Het is niet ondenkbeeldig dat sommige mensen de oeroude winterslaap missen en de rekening in het voorjaar gepresenteerd krijgen in de vorm van vermoeidheid.
Afstammelingen van voorouders die langer in Afrika bleven zullen in de noordelijke winters veel te weinig zonlicht krijgen. Daardoor is aan het eind van de winter onder meer de vitamine D voorraad op en dan worden we vatbaar, moe en zelfs een beetje depressief. Zonlicht zorgt niet alleen voor vitamine D, het stimuleert serotonine, het doodt schadelijke bacteriƫn en kan allerlei ziekten en vermoeidheid voorkomen. Het is ons goedkoopste geneesmiddel.
Omdat we niet precies weten welke verre voorouders wij hebben is de remedie bij vermoeidheid in het voorjaar:
- zo veel mogelijk in de zon zijn zonder te verbranden
- vitamine D voldoende suppleren tot dat er een zonkracht 3 is
- in de voorgaande wintermaanden langere en donkere nachten maken