Een verstoorde balans tussen cortisol, progesteron, oestrogeen en insuline ligt aan de basis van veel vrouwenklachten. Oorzaken van deze verstoring zijn met name kunstlicht en het eten van te veel koolhydraten. In dit artikel kijken we in het bijzonder naar de balans tussen oestrogeen en progesteron in relatie met cortisol (stress) en het ritme van de natuur.
De meeste specifieke vrouwenklachten, in zowel de vruchtbare als de niet-vruchtbare periode, hebben een zeer duidelijke relatie met de hormonen oestrogeen, progesteron, cortisol en insuline. Het handhaven van de balans tussen deze vier hormonen kan veel vrouwenklachten buiten de deur houden.
Onderverdeling vrouwenklachten
- P.M.S. (pre-menstrueel syndroom)
- Menstruatieklachten
- P.C.O.S.
- Endometriose
- Menopauzeklachten
- Auto-immuunziekten
- Osteoporose
- Hart- en vaatziekten
- Borst- en eierstokkanker
Het ritme van de natuur in combinatie met ons DNA bepalen hoe onze hormoon balans behoort te functioneren. Duidelijk is dat het gedrag van onze verre-verre voorouders in onze genen is terug te vinden. Daarmee is de optimale hormoonhuishouding bepaald. Deze huishouding hangt sterk samen met het natuurlijke dag-nacht ritme en de invloed van de seizoenen.
Sinds de invoering van het kunstlicht, pas zo’n 125 jaar geleden, kunnen wij als mensen het ritme van licht en donker beïnvloeden. Daarmee verstoren we echter direct het normale hormonale ritme zoals dat in onze genen is vastgelegd. Deze verstoring is een belangrijke oorzaak voor de in deze publicatie besproken onbalans in onze hormoonhuishouding. Meer over de invloed van kunstlicht is te vinden in specifieke artikelen op deze website.
Onze verre-verre voorouders konden alleen in de zomer veel koolhydraten eten omdat er dan fruit en knollen waren (er was toen nog een landbouw!). Door het natuurlijke aantal uren licht in de winter te vergroten met kunstlicht krijgt het lichaam het idee dat het permanent zomer is. Een drang naar koolhydraten in de zomer is genetisch bepaald omdat onze verre voorouders dan juist vet moesten opslaan om de schaarste in de winter te overleven. Kunstlicht in de winter leidt tot een zomergevoel in het hoofd, waardoor ook in de winter meer koolhydraten worden ingenomen en zo meer insuline aangemaakt. Meer insuline betekent meer cortisol, meer oestrogeen, minder progesteron en minder SHBG. Een hoog insuline niveau zorgt bovendien voor de aanmaak van oestrogeen receptoren op de cellen. Zo krijgt oestrogeen door kunstlicht (vooral in de winter) een voorsprong op progesteron. Dit leidt op den duur tot vrouwenklachten.
Hormonale ritmes van de natuur
1. Dag-nacht ritme:
00.00 – 04.00u: Grootste gedeelte groeihormoonafgifte
06.00 – 08.00u: Hoogste cortisolniveau van de dag, verhoging lichaamstemperatuur
09.00 – 12.00u: Insuline gevoeligheid hoog
20.00 – 24.00u: Verhoging melatonine, daling cortisol, vermindering lichaamstemperatuur
2. Maan(d)ritme (sekshormonen):
Dag 1 – 14: Oestrogeen hoog met een piek rond dag 12 met daarna een sterke daling naar dag 14.
Progesteron is laag en gaat zeer langzaam omhoog rond dag 8 naar dag 14.
Dag 15 – 28: Na ovulatie rond dag 14 sterke stijging progesteron met een piek rond dag 21.
Oestrogeen gaat weer lichtjes omhoog na ovulatie.
Beide hormonen vallen sterk naar beneden van dag 22 naar dag 28.
3. Jaarritme:
zomer:
- insuline hoog
- melatonine laag
- oestrogeen-progesteron receptoren hoog
winter:
- insuline laag
- melatonine hoog
- oestrogeen-progesteron receptoren laag.(Insuline hoog betekent niet insulineresistentie)
In ons lichaam zijn hormonen de afgevaardigden van de natuur. Hormonen trachten onze gezondheidsbalans (homeostase) te handhaven. Geen enkel hormoon functioneert zonder de hulp van andere hormonen. Ze werken zeer nauw samen in het zogenoemde hormoonnetwerk. Voor vrouwen is de balans van de hormonen oestrogeen en progesteron uitermate belangrijk bij het handhaven van een goede gezondheid, op zowel jongere als oudere leeftijd. Samen met insuline (voeding) en cortisol (stress) vormen oestrogeen en progesteron de ruggengraat van het hormonen netwerk.
Andere hormonen die een rol in het netwerk spelen zijn : melatonine, testosteron, DHEA, schildklierhormonen, groeihormoon, adrenaline, dopamine, serotonine en eicosanoïden.
Belangrijke factoren bij het in stand houden van een goede balans zijn:
- Het ritme van zon en maan (licht en cyclus)
- Het vrij zijn van overmatige en oxidatieve stress
- Goede en volwaardige voeding
- De hoeveelheid voeding
- Het klimaat
- Voldoende slaap en beweging
- De genen van onze voorouders
Oestrogeen zorgt voor groei van de cellen, progesteron verfijnt en stabiliseert deze groei. Progesteron speelt een belangrijke rol bij het reguleren van de genen in de cellen. Hiermee wordt het groeien, differentiëren en afsterven (apoptosis) van de cellen geregeld. Een tumor bijvoorbeeld is niet een te sterke groei van één of andere cel, maar het niet tijdig afsterven (apoptosis) van cellen. De placenta bijvoorbeeld heeft alle elementen in zich om uit te groeien tot een kwaadaardige tumor; door progesteron komt dit echter niet zo ver.
Zo zien we dat een zwangerschap op zeer jonge leeftijd een bescherming biedt tegen o.a. borstkanker doordat progesteron het gen P53 aanzet tot apoptose. Onderzoek laat zien dat kinderen krijgen voor 20e jarige leeftijd de beste bescherming is tegen verschillende vormen van kanker, in het bijzonder borstkanker. Ook tussen 20 en 28 jarige leeftijd is er nog een bescherming. Een vrouw die haar eerste kind op 35 jarige leeftijd krijgt heeft drie maal zoveel kans op borstkanker dan een vrouw die haar eerste kind krijgt op 18-jarige leeftijd. Het aantal kinderen (meer is beter), de leeftijd waarop de moeder haar kinderen krijgt (bij voorkeur beneden de 20), het aantal maanden dat borstvoeding wordt gegeven (langer is beter) en als vrouw zelf borstvoeding hebben gehad (wenselijk) geven de beste bescherming tegen borstkanker en eierstokkanker. Anno 1700 schreef een zekere Bernardina Ramazzine overigens al dat er bijna geen klooster in Italië was waar geen borstkanker onder de nonnen voorkwam.
Laten we eerst het misverstand uit de weg ruimen dat oestrogeen één specifiek hormoon is. Oestrogeen is de naam voor een grote groep stoffen met oestrogeenachtige werking. Daar toe behoren: menselijk oestrogeen, dierlijk oestrogeen, synthetisch oestrogeen (niet in de natuur voorkomend), xeno-oestrogeen (milieu oestrogenen, meestal toxines) en plantaardige oestrogeen.
Wat de mens betreft zijn er drie soorten oestrogeen: oestradiol, oestron en oestriol. Oestradiol is veruit het belangrijkste oestrogeen. Oestron is een bijproduct van oestradiol. Oestriol is óók een afvalproduct van oestradiol, maar wordt eigenlijk alleen in grote hoeveelheden geproduceerd in de laatste drie maanden van de zwangerschap. De productie vindt niet door de moeder plaats maar door de bijnieren van de baby.
De oestrogeen productie heeft in de eerste helft van de cyclus van de vrouw plaats. De cycluslengte van de meeste vrouwen bevindt zich tussen 24 en 32 dagen met een ideale lengte rond 28 dagen. Rond 20% van de vrouwen heeft een zeer onregelmatige cyclus.
In de eerste 14 dagen van de cyclus is het oestrogeen niveau het hoogst (het hoogste niveau is rond de 11e dag).
Dan vindt de opbouw van het baarmoederslijmvlies plaats. Na de ovulatie, rond de 14e dag worden nog kleine hoeveelheden door het ‘gele lichaam’ geproduceerd. Oestrogenen worden ook in het vetweefsel aangemaakt. Daarin bevindt zich het enzym aromatose dat testosteron omzet in oestrogeen.
Om de eerste menstruatie te laten beginnen is een bepaalde hoeveelheid vetweefsel nodig. Omdat deze hoeveelheid vetweefsel door ons huidige voedingspatroon eerder wordt bereikt zien we dat de start van de menstruatie tegenwoordig vaak rond het 12e jaar ligt. Ruim 60 jaar geleden lag dit nog rond het 15e levensjaar.
Ná de menopauze wordt bij de vrouw het vetweefsel de belangrijkste bron van oestrogeenproductie. In tegenstelling tot het dalende, lage niveau van oestrogeen en progesteron ná de menopauze, daalt het testosteron niveau veel minder hard. Dit testosteron kan in het vetweefsel ook omgezet kan worden naar oestrogeen.
Een teveel aan vetweefsel (overgewicht) en dus een grotere oestrogeenproductie kan mede leiden tot een onbalans met progesteron.
Mogelijke klachten van laag oestrogeen zijn:
- vaginale droogheid
- nachtzweten
- opvliegers- geheugenproblemen
- urineweginfecties en blaasontstekingen
- depressie
- stemmingswisselingen
Bij de vrouw vindt de productie van progesteron voornamelijk plaats in de eierstokken en dan in het bijzonder na de ovulatie wanneer het corpus luteum (gele lichaam) grote hoeveelheden progesteron produceert. Ook wordt progesteron in kleinere hoeveelheden geproduceerd in de bijnier en in de ‘schwann cellen’ (om myeline, dat de zenuw omhult, te produceren).
Vanaf 35-jarige leeftijd kan de productie van progesteron achteruit gaan omdat er regelmatig anovulatoire periodes ontstaan. Vanaf 40 jaar gaat de productie sneller achteruit. In de perimenopauze hebben veel vrouwen een tekort aan progesteron (oestrogeen dominantie). We kunnen stellen dat de menopauze begint op het moment dat er geen progesteron meer wordt geproduceerd in de eierstokken. Dit is meestal enkele jaren voordat de menstruatie definitief stopt. Het lichaam kan overigens nooit een teveel aan progesteron produceren.
Mogelijke klachten door progesterontekort (zie ook oestrogeendominantie):
(Een menstruatie korter dan 4 dagen duidt vaak op een progesteron tekort.)
- Angst
- P.M.S.
- Vroege miskraam
- Pijnlijke borsten
- Onverklaarbare gewichtstoename
- Vertraagde schildklier
- Onvruchtbaarheid
- Cyclische hoofdpijnen
Oestrogeen en progesteron worden evenals cortisol en testosteron in het waterige bloed vervoerd, gebonden aan proteïnen: de zogenoemde lipoproteïnen. Oestrogeen is voornamelijk gebonden aan Sex Hormone Binding Gloculin (SHBG) terwijl progesteron vooral gebonden is aan Cortisol Binding Globulin (CBG). Een heel klein gedeelte van het oestrogeen en progesteron is “vrij”, dus niet gebonden (tot 10%). Alleen “vrije” hormonen kunnen door het lichaam gebruikt worden.
Het meten van oestrogeen- en progesteronwaarden in het serumbloed is minder betrouwbaar omdat de “vrije”vorm niet wordt gemeten. Aangezien de “vrije” hormonen wel oplossen in speeksel, is een meting in speeksel wel relevant.
Naast oestrogeen bindt SHBG óók testosteron. CBG bindt naast progesteron ook cortisol. SHBG en CBG worden in de lever geproduceerd zodat een goed functionerende lever hiervoor zeer belangrijk is. Het SHBG niveau is zeer sterk gebonden aan het gewicht en het insulineniveau van de betrokken persoon. Overgewicht en insulineresisitentie verminderen het SHBG zeer sterk. De consequentie hiervan is dat er meer “vrij oestradiol” beschikbaar is voor de weefsels waardoor de kans op oestrogeen-dominantie toeneemt. Corticosteroïden, progestins, groeihormoon, androgenen en een laag niveau aan schildklierhormonen verlagen ook het SHBG niveau.
De term oestrogeen-dominantie werd voor het eerst gebruikt door Dr. Lee. Hij geeft hiermee aan dat een vrouw teveel, normaal of zelfs laag oestrogeen kan hebben, maar dat als er geen of te weinig progesteron is, de oestrogeen-progesteron ratio in al die gevallen uit balans is. Het geeft dus niet de hoeveelheid oestrogeen aan maar de balans tussen oestrogeen en progesteron.
Oestrogeen-dominantie bij vrouwen is een zeer veel voorkomende hormonale disbalans, o.a. veroorzaakt door een anovulatoire cyclus. Hierdoor kan er onvoldoende progesteron gevormd worden.
Andere oorzaken van oestrogeenverhoging kunnen zijn:
- Verhoogde aromatisatie; omzetting in vetweefsel van testosteron naar oestrogeen (overgewicht, leverziekte)
- Verminderd SHBG niveau, leidend tot meer vrij oestrogeen.
- Verhoogde androgenenproductie, de voorstof van oestrogeen (stress, leverziekte, endocriene tumoren)
- Verhoogde eierstokproductie van oestrogeen (b.v.eierstokkanker)
Oestrogeen dominantie kan ook de werking van de schildklier tegengaan. Dit kan leiden tot een te langzaam werkende schildklier en het creëren van tekorten aan magnesium zink en de B-vitamines.
Oestrogeen-dominantie klachten zijn voornamelijk dezelfde als bij een progesteron tekort.
- Depressie met angst en irritatie
- P.M.S.
- Auto immuun ziektes zoals Lupus, Hashimoto thyroiditis en Sjörgens syndroom.
- Gevoelige en opgezette borsten
- Cystes in de borsten
- Teveel koper
- Zink tekort
- Overgewicht
- Vermoeidheid
- Stemmingwisselingen
- Magnesiumtekort
- Verminderde werking vit. B6
- Verhoogde aldosteron afgifte (vocht vasthouden)
- Slapeloosheid
- Verhoogd risico miskraam
- Hormonale balans
Duidelijk is dat de balans tussen insuline, cortisol, oestrogeen en progesteron een belangrijke rol speelt om een scala aan vrouwenklachten onder controle te krijgen of te houden. Als deze controle in de vruchtbare periode aanwezig is betekent dit vaak dat er in en na de menopauze minder kans op klachten is.
Het is zeer zinvol te proberen met planten en kruiden een oestrogeen-progesteron balans te bewerkstelligen in het menselijk lichaam. Planten en kruiden zijn namelijk pharmacologisch en fysiologisch vergelijkbaar met de mens op moleculair niveau en in termen van hun reactie op milieu en omgeving. Planten assimileren informatie, en reageren daarop met een complexe serie van moleculaire reacties zoals ook mensen dat ook doen.
Tags: hormonen, hormoon, oestrogeen, progesteron