PCOS wordt geassocieerd met meervoudige eierstokcystes en is voor het eerst beschreven in 1934 door de artsen Irving Stein en Michael Leventhal. Zij gaven voorbeelden van vrouwen die niet zwanger konden worden, overgewicht en overmatige haargroei op het lichaam hadden en talloze kleine cystes in de eierstokken lieten zien.
Ongeveer twintig procent van de vrouwen heeft meervoudige eierstokcystes. Verschillende van deze vrouwen hebben een normale cyclus en ondervinden geen klachten. De helft van de vrouwen met PCOS -Poly Cystic Ovary Syndrome- heeft daar echter wel klachten van. Velen zullen dit echter niet weten aangezien hun klachten vaak als Pre Menstrueel Syndroom (PMS) worden geduid.
Onderzoekers zijn nog niet in staat om het ziektebeeld van PCOS volledig te verklaren. Verder onderzoek is dan ook noodzakelijk. Wel is vastgesteld dat een te hoge productie van androgenen in de eierstokken en in de bijnieren de oorzaak is van deze aandoening. Belangrijke symptomen van PCOS zijn een verstoorde menstruele cyclus en een teveel aan androgene hormonen.
Verstoringen van de menstruele cyclus:
- Onregelmatige menstruatie
- Geen menstruatie (amenorrhea)
- Tussentijdse bloedingen (metrorhagiën)
- Teveel aan androgene hormonen (b.v. testosteron) leidend tot: Acné
- Verhoogde lichaamsbeharing
- Uitval van het hoofdhaar
- Overgewicht
- Onvruchtbaarheid en/of miskramen
Andere klachten:
- chronische vermoeidheid
- wisselende stemmingen
- duizeligheid
- flauwvallen
- gewrichtsklachten
Er zijn drie mogelijke niveau’s waarop een ontregeling van de androgenenproductie kan plaatsvinden.
1. Insuline resistentie
Onderzoeken van o.a. Chang en Burghen laten zien dat er een verband bestaat tussen niveau’s van insuline en testosteron bij vrouwen. Dit komt o.a. door het activeren van het enzym cytochrome P450c17 waar insuline verantwoordelijk voor is. Dit enzym bevordert de productie van androstenedione uit progesteron bij vrouwen. Een teveel aan insuline geeft op deze manier hogere hoeveelheden testosteron in het bloed. Een verhoogd insuline niveau zorgt er daarnaast voor dat de lever minder SHBG (Sex-Hormone-Binding-Globuline) produceert. SHBG transporteert testosteron in het bloed.
In ‘normale’ situaties is negenennegentig procent van het testosteron gebonden aan SHBG. Slechts één procent van het testosteron is ongebonden.
Zowel de gebonden- als ook de ongebonden vorm hebben een uitwerking op het lichaam. Ongebonden testosteron heeft deze uitwerking echter op een veel directere manier. Door minder SHBG te produceren is er meer ongebonden testosteron beschikbaar.
Vrouwen met anovulatoire PCOS vóór de menopauze hebben een zeven maal grotere kans om later in hun leven niet-insuline-afhankelijke-diabetes (DM type II) te ontwikkelen.
2. Bijnieren
Een te grote productie in de bijnieren (door b.v. stress) van androgenen kan leiden tot een verhoogd LH niveau dat weer de aanmaak van androgenen in de eierstokken stimuleren.
3. Hypothalamus-Hypofyse connectie
GnRH wordt geproduceerd in de hypothalamus en geeft aan de hypofyse de opdracht om zowel LH als FSH af te geven. Bij vrouwen met PCOS wordt vaak een hoog niveau LH vastgesteld en tegelijkertijd een laag niveau FSH. LH stimuleert in de eierstokken de productie van testosteron, dat in een normale cyclus in de follikel wordt omgezet tot oestrogeen. In het geval van PCOS kan een teveel aan LH verantwoordelijk zijn voor een verhoogd testosteron gehalte.
Het andere hypofyse hormoon FSH is chronisch laag bij vrouwen met PCOS. Lage niveau’s van F.S.H. verminderen de capaciteit van de cellen in de follikel om androgenen om te zetten in oestrogenen.
Meer dan zesenzestig jaar na het beschrijven van de aandoening door Stein en Leventhal is er nog steeds geen eenduidige aanwijsbare oorzaak voor PCOS. Enkele mogelijke oorzaken voor de ontregeling van de androgenenhuishouding bij dit syndroom kunnen zijn beschreven:
1. Stress
Langdurige stress stimuleert de productie van cortisol en androgenen in bijnieren.
2. Slechte voeding
Voeding met een tekort aan vitamines en mineralen, een teveel aan ‘snelle’ koolhydraten, en te weinig vezel en goede vetzuren kan o.a. leiden tot verhoogde glucose gehaltes en insuline resistentie.
3. Milieu en voedingsvervuiling
Veel chemicaliën waaronder pesticiden, farmaceutische medicijnen, PCB’s, dioxinen en componenten van plastic zijn sterke hormoonverstorende stoffen.
4. Te veel of te weinig beweging
5. Mogelijk genetische predispositie
Er is een aantal therapeutische mogelijkheden beschikbaar om PCOS te kunnen terugdringen. Deze hebben betrekking op het terugdringen van het androgenenniveau. Enerzijds kan dit door de regulatie van de insuline- en glucose niveaus. Anderzijds kan het hormonaal niveau direct worden beïnvloed.
Regulatie insuline en glucose niveau:
- Weglaten suikers en geraffineerde koolhydraten
- Bij het eten van koolhydraten altijd in dezelfde maaltijd eiwitten gebruiken verhouding 2:1.
- Weglaten van genotmiddelen.
- Voedingssupplementen.
Directe inwerking op hormonaal niveau
- Speciale voedingssupplementen
- Omega 3 visolie
- Verhoogde vezelconsumptie (b.v. extra haverzemelen en/of gebroken lijnzaad) en regulering insuline/glucose niveau voor verhoging van SHBG (om testosteron langer gebonden te houden).